Israël kan niet zeggen dat het niet gewaarschuwd is. Het offensief in Rafah, de stad in het zuiden van de Gazastrook die vol zit met Palestijnse vluchtelingen, zal mogelijk „veel burgerslachtoffers” eisen en zal „zeer ernstige gevolgen hebben” voor „meer dan de helft van de bevolking van Gaza”, die „geen veilige plek meer” heeft.
Bovenstaande citaten zijn respectievelijk van demissionair minister Hanke Bruins Slot (Buitenlandse Zaken, CDA), Saoedi-Arabië, de Britse minister David Cameron (Buitenlandse Zaken) en de Verenigde Naties. Ondanks al deze waarschuwingen zijn er sinds zondagavond honderd doden gevallen bij bombardementen op Rafah, onder meer bij een actie om twee Israëlische gijzelaars te bevrijden.
Israël is juridisch gebonden aan de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) van eind januari om alle mogelijke maatregelen te nemen om genocide te vermijden. Toch blijft het vanuit de internationale gemeenschap vaak bij waarschuwingen en vermaningen – waarna Israël zijn eigen plan trekt.
Dit is in lijn met de geschiedenis: Israël heeft in de loop der decennia talloze keren bindende resoluties van de VN-Veiligheidsraad en ICJ-uitspraken genegeerd. Toch blijven veel westerse landen Israël steunen – omdat het bestaan van Israël Staatsraison is (van nationaal belang, zoals voor Duitsland), of omdat het een belangrijke bondgenoot is in het Midden-Oosten.
Onderdelen F-35
Er is nu eenmaal niet een soort wereldhandhaver die dit soort diplomatieke overwegingen overstijgt, zegt Michiel Bot, universitair hoofddocent recht en geesteswetenschappen aan Tilburg University. Dat is ook wel een beetje de tragiek van het internationaal recht, zegt hij: „Als politici het niet wensen te respecteren, dan gebeurt er niets.” Bot zou niet willen zeggen dat het moeilijk is om Israël te dwingen om zich aan het internationaal recht te houden. „Als ze het zou willen, zou de internationale gemeenschap dat zo voor elkaar kunnen krijgen. Maar er is gewoon grote onwil om dat te doen.”
En dat niet alleen, zegt Bot: enkele landen, waaronder Nederland, ondermijnen dat internationaal recht zelfs actief wanneer het om Israël gaat. „Neem nou de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof. Israël gaat die uitspraak te lijf door onmiddellijk de VN-organisatie UNRWA te beschuldigen van collaboratie met Hamas. Nederland doet niks met de uitspraak van het Gerechtshof, maar trekt wel meteen zijn financiering voor UNRWA in. Dan is het wel heel duidelijk aan welke kant je staat.”
Burgers en maatschappelijke organisaties die geen genoegen nemen met de opstelling van het kabinet kunnen altijd nog bij de rechter hun gelijk proberen te halen. Dinsdagochtend oordeelde het gerechtshof in Den Haag dat Nederland de levering van onderdelen voor F-35-vliegtuigen aan Israël binnen zeven dagen moet staken, gezien het risico op „ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht”. Demissionair minister Geoffrey van Leeuwen (Buitenlandse Handel, VVD) heeft aangekondigd dat de staat in cassatie gaat tegen de uitspraak.
Lees ook
Nederland kan niet meer de trouwe wapenleverancier van Israël zijn
Een andere manier om druk op Israël uit te oefenen wordt geleverd door de BDS-beweging. Deze van oorsprong Palestijnse beweging wil Israël dwingen om de mensenrechten van Palestijnen te respecteren door middel van boycots, desinvesteringen en sancties – de drie letters van de afkorting. Volgens Bot is deze „juridische mobilisatie van onderop” een logisch uitvloeisel wanneer staten het internationaal recht niet naleven.
In haar mildste vorm bepleit de beweging het etiketteren van producten die in illegale nederzettingen zijn gemaakt, om misleiding van consumenten – Made in Israel – tegen te gaan. In deze vorm heeft BDS de steun van de Europese Unie, die een Europees etiketteringsbeleid ingevoerd heeft.
Feller zijn degenen die vinden dat de bezetting pas ten einde kan komen als alle Israëlische producten worden geboycot. Deze stroming in de BDS-beweging roept bijvoorbeeld popsterren op om niet meer op te treden in Tel Aviv. Ook culturele of academische boycots worden gepropageerd.
Nazislogan
Een beproefde BDS-methode is om bedrijven en overheden die zich inlaten met illegale nederzettingen onder druk te zetten. Ook Nederlandse bedrijven zijn hier gevoelig voor. Zo besloot pensioenfonds PGGM tien jaar geleden niet meer te beleggen in vijf Israëlische banken die de bouw van nederzettingen financieren, en verbrak waterbedrijf Vitens in 2013 de samenwerking met een Israëlische firma die nederzettingen van water voorziet.
Hier dringt de parallel met Zuid-Afrika zich op. Daar bleek een culturele en sportboycot enkele decennia geleden de opmaat tot het einde van het apartheidsregime. Israëlische politici reageren nogal giftig als die vergelijking wordt gemaakt, omdat er volgens hen veel meer verschillen dan overeenkomsten zijn.
In Israël en in enkele westerse landen, waaronder de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk, geldt BDS als een antisemitische poging om Israël kapot te maken. De Duitse Bundestag nam in 2019 een motie aan waarin de beweging als antisemitisch werd bestempeld, omdat de argumentatie en methoden van de beweging ‘onvermijdelijk associaties oproept’ met de nazislogan ‘Koop niet van Joden!’ Diverse Amerikaanse staten verbieden boycots van Israëlische producten.
Bot, zelf actief in de beweging Dutch Scholars for Palestine, vindt het bevreemdend dat overheden met dit soort wetgeving bepalen wat hun burgers mogen denken: de oproep om een land te boycotten of sanctioneren hoort volgens hem tot de vrijheid van meningsuiting. Wanneer hij aandacht probeert te vragen voor het leed van de Palestijnen, merkt de universitair hoofddocent dat dat aan een taboe raakt. Zo blies zijn universiteit kort na 7 oktober een door Bot georganiseerd rondetafelgesprek af, omdat er twee Palestijnen zouden deelnemen; later kon het evenement alsnog doorgaan.
Demissionair premier Mark Rutte zei op 7 oktober: „We hebben niet zo heel vaak meegemaakt dat dit conflict zich richt op gewone mensen.” Dat is wat Bot dwarszit aan de opstelling van Nederland: kennelijk gelden alleen Israëlische slachtoffers als ‘gewone mensen’. „Dit gaat nog verder dan de vrijheid van meningsuiting. Of de Palestijnen überhaupt het recht op overleven hebben, dát is wat er betwist wordt.”
Lees ook
Egypte probeert schade van Gaza-oorlog te beperken